Tabbladen

31 maart 2016

"I Love to Tell the Story"


I Love to Tell the Story - 1866

Woorden: A. Katherine Hankey, 1834 - 1911
Muziek: William G. Fisher, 1835 - 1912

"En dan zullen ze de Zoon des mensen zien komen in de wolken,
met grote kracht en heerlijkheid."
Markus 13:26


Dit is het verhaal van de Clapham Sect en een vrouw met de naam Katherine Hankey.

In het midden van de achttiende eeuw kwam in Engeland de Evangelical Movement op gang. Met de bedieningen van bijvoorbeeld John en Charles Wesley en George Whitefield.
Zij predikten de Rechtvaardiging-door-geloof-alleen. In diezelfde eeuw werd echter enkel nog de lage- en middenklasse met deze boodschap bereikt. Tegen het einde van de negentiende eeuw begon deze beweging ook eindelijk invloed uit te oefenen op en vanuit de upper class. Een bekende groep gelovigen uit de upper class was een groep die bekend stond als de "Clapham Sect". Vernoemd naar Clapham, een elitaire wijk in het zuidwesten van Londen van die tijd.

Tekening van de Clapham Sect

Eén van de bekendste inwoners van Clapham en tevens lid van de Clapham Sect was William Wilberforce. De latere staatsman en groot voorvechter van afschaffing van de slavernij. (Voor meer inzicht hierop is het goed om eens de film Amazing Grace te kijken.)

William Wilberforce

Hoewel destijds redelijk verguist hebben zij, de Clapham Groep, de Westerse (christelijke) wereld beduidend veranderd.

De groep bestond uit rijke filantropen, Bijbelstudie-studenten en andere oprechte christenen. De mannen van de Clapham Sect zette al hun talenten vrijwillig in om het Evangelie te verspreiden. Geld mocht hier bij voorkeur geen blokkade zijn. Ze gaven vrijgevig en bleven tevens vaak ook nog lid van de Anglicaanse Kerk. Speerpunt in hun bediening was de persoonlijke bekering en leiding van de heilige Geest. De rituelen en tradities van de kerk speelden voor hun geen belangrijke rol (meer).

De Holy Trinity Church in de Clapham Common, Londen.
De kerk waar Wilberforce met de Clapham Sect hun diensten hielden,
zie hier.

Binnen deze beweging waren vele invloedrijke mannen, inclusief leden van het Parlement welke zeer begaan waren met de armsten in het Verenigd Koninkrijk. Er wordt gezegd dat er geen andere groep binnen het Anglicisme zó'n grote invloed heeft gehad als de Clapham Sect.

Arabella Katherine Hankey, de schrijfster van deze hymne, werd geboren in 1834 als dochter van een rijke Engelse bankier. Hoewel haar familieleden prominente leden waren van de Anglicaanse Kerk, werden zij altijd geassocieerd met de evangelische stroming binnen deze kerk. Ook Katherines vader was een prominent persoon in de Clapham Sect.


Op haar achttiende begon Katherine met het opzetten van zondagsschooltjes door heel Londen. Met name bedoeld voor de jonge vrouwen (meisjes) die in de fabrieken werkten. Overigens waren zowel arm als rijk welkom. De zondagsscholen waren klein maar hadden toch een grote invloed op jongeren door heel Londen heen. Met als gevolg dat velen zich ijverig gingen inzetten als christelijk werker of zendeling.

Katherine begon daarnaast steeds meer te schrijven en de opbrengst van haar schrijfwerk werd gebruikt om buitenlandse zending-activiteiten te ondersteunen. Inspiratie om het geld hiervoor te bestemmen was haar broer die missionaris was in Afrika. Later werd deze motivatie nog groter toen zij haar broer in Afrika bezocht omdat hij ziek was. Toen zij met eigen ogen het zendingswerk van nabij zag kreeg Katherine een passie voor zending in verre landen.

In 1866, toen Katherine 30 jaar was, werd ze vrij ernstig ziek. (Niet bekend welke ziekte). Haar dokters adviseerden haar alle activiteiten te staken en minimaal één jaar op bed te blijven. Om de tijd te verdrijven begon ze tijdens haar langdurige periode van herstel te schrijven. In deze periode schreef ze een lang gedicht (poem). Dit gedicht van 100 verzen schreef ze in 2 delen: The Story Wanted en The Story Told.
Uit dit lange gedicht ontstond uiteindelijk de tekst voor het lied I Love to Tell the Story.


I love to tell the story of unseen things above,
Of Jesus and His glory, of Jesus and His love.
I love to tell the story, because I know ’tis true;
It satisfies my longings as nothing else can do.

Refrein
I love to tell the story, ’twill be my theme in glory,
To tell the old, old story of Jesus and His love.


Een jaar later werd een gedeelte van The Story Told voorgedragen tijdens een internationale conventie van de Young Men's Christian Association (YMCA). Het maakte de meeste aanwezigen stil en zéker ene William Doane. Doane was songwriter en schreef circa 2000 gospel songs. Hij gaf als eerste muziek aan het gedicht van Hankey.
Later was het pianohandelaar William G. Fisher uit Philadelphia die een ander deel van Katherine's gedicht op melodie zette. Tevens voegde hij het refrein toe, zie hierboven. Hij noemde het lied: I Love to Tell the Story, de hymne zoals wij hem vandaag de dag kennen.

Uiteindelijk herstelde Katherine Hankey van haar ziekte. Ze stierf op 77-jarige leeftijd, 1911.

Pasen 2016 ligt inmiddels alweer achter ons. I Love to Tell the Story is een hymne die vaak met Pasen wordt gezongen.
De hymne werd voor het eerst in 1869 in een hymnal opgenomen. Niet veel later won het lied wereldwijd aan populariteit, mede door de evangelisatiecampagnes van D.L. Moody en Ira Sankey






     |-| .