Toen ik jong was droomde ik vaak.
Ik droomde mooie dromen.
Niet één is er tot nu toe uitgekomen..
Maar ik ben blij dat ik ze had.
Het waren goede dromen.
~
Droomde over zaken die ik toen nog niet begreep -
wenste dat ik ze nooit was gaan begrijpen..
Over dingen die ik nog nooit had gezien -
't was beter geweest als ik sommige dingen nooit had gezien..
~
Deze geheimen zijn mijn hart binnengedrongen.
Heeft een kilte met zich meegenomen.
Donkere plekjes achtergelaten.
~
Naarmate we groeien,
worden we ouder.
Maar groeien is heel wat meer dan ouder worden.
Het is het kind-zijn loslaten.
Onschuld maakt plaats voor zonden..
~
Tranen komen.
Want jongens huilen.
Mannen ook.
Verdriet vind langzaam een uitweg.
~
Er zijn ogen die turen over een stille weg.
Ogen van een vader.
De geduldige Vader.
Op aarde is niets eeuwig.
Alles vergaat.
Zilver verliest al snel zijn glans.
Wat mooi is wordt lelijk.
Het meest kostbare zal op een dag nauwelijks meer van waarde zijn.
~
Maar de Vader wacht.
Op huilende mannen en vrouwen.
Wegrennend uit de pijnlijke werkelijkheid.
Terug naar de Liefde.
~
Er zijn armen die wijd open staan.
Armen van de altijd wachtende Vader.
Mijn kind, je bent welkom.
~
Vader, vergeef me.
Uw liefde is sterker dan mijn dwaze hoogmoed.
Laat mij weer kind zijn.
Uw kind.
|-| /-\ |\| S