Posts tonen met het label gemis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gemis. Alle posts tonen

1 november 2015

Toen ik nog een kind was


eens,
toen ik nog een jongetje was, sprak ik
de taal van een kind

op een dag
luisterde ik naar de wind in de hoge perenbomen,
samen met alle bloemen van de tuin


eens,
sprak ik de taal van de vogels
we floten samen ons lied
en ik lachte naar ze

eens,
speelde ik verstoppertje in het bos
met een ree

eens,

sprak ik de taal der vlinders
en huppelde blij zo ver mogelijk met ze mee

op een goede dag,

beantwoorde ik alle vragen van floris, mijn konijn
en maakte een babbeltje met onze kat

eens,
verstond ik ieder woord
die de bijen zoemde

eens,
sprak ik de taal
van alle alpenbloemen

Blauwe Gentianen in Ierland

en nu ?

is deze taal dan voorgoed verdwenen ?
dat eenvoudige geluk,
het kind in mij,
waar is het gebleven ?

hij is er nog

diep
vanbinnen

    
|-| .

~  ~  ~  ~  ~


" .. onvolkomen is ons kennen ..
doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.

toen ik nog een kind was,
sprak ik als een kind,
voelde ik als een kind,
overlegde ik als een kind.

nu zien wij nog door een spiegel,

in raadselen.
doch straks van aangezicht tot Aangezicht."

1 Kor. 13:10-12


23 september 2015

Toen de herfst op het natte gras viel


eeuwige frequentie
mijn hart
waarom gaat het niet gewoon voorbij?
de pijn
ik zie bloemen en voel hoge bergen

heb jij de waarheid omarmt?
leer me dan te dansen
de Waarheid is wat ik boven alles liefheb
kan er niets meer aan veranderen
loslaten en vasthouden

najaarslicht schijnt
op uitgebloeide hortensia's
alles leek op zijn plek te vallen
toen de herfst op het natte gras viel
schitterend


een oude piano
zij zong zonder woorden
verlangen naar levende hoop
zing voor ons een lied
it is well

straks valt de winter op de herfst
laat haar maar snel komen
die laatste winter
voor dat Hij komt
wit als sneeuw

Waarheid
aanwezig waar het hart klopt
en is gebroken
ópen
elke dag


|-| .

29 april 2012

Jongetje


Dromerig kijk ik vanaf de bedrand naar buiten.
Ik zie een klein fietsje staan. Een héél klein fietsje..
Mijn gedachten flitsen opeens naar 30 jaar eerder. Maar ik blijf geconcentreerd kijken naar het heden. Naar dat eenzame fietsje daar op het wandelpad.
Slechts luttele seconden later, zie ik een jochie lopen. Blond haar. Van plan om op zijn fietsje te stappen.
Plotseling ziet hij een vogeltje fladderen, en nog één. Het fietsje blijft nog even staan.
Hij kijkt aandachtig naar de vogels die een voorjaarsdans maken om zìjn fiets.
De vogeltjes zien het jochie niet. Alleen elkaar nog.
Het jongetje ziet niets meer, alleen nog de dansende vogeltjes .. overrompeld door het lente-liefdesspel van deze twee koolmezen.
Het is vast de eerste keer dat hij dit ziet.

Mijn staren veranderd langzaam in heimwee. Ik denk aan een ander jongetje.
Ook blond. Hoogblond.
Niet klein meer, maar waarschijnlijk nóg groter. Nooit echt klein geweest eigenlijk. 


En ik herinner me hoe hij met eenzelfde gefascineerde blik kon kijken naar een pissebed of torretje. Naar vlinders en vissen. Sprinkhanen en krekels. Naar eigenlijk alles wat beweegt en kronkelt. Naar alles wat pootjes heeft, vleugeltjes of vinnen.

Úren zat hij in de tuin. Of tegen een steil stukje Alpenweide.
Te staren naar een dikke oorworm of grote sprinkhaan die hij zelf gevangen had.
Of zich te concentreren op een nieuwe vangst voor in zijn insectendoosje.


Ondertussen.. staar ik nog steeds door het raam.
De toekomst inkijken kan niemand, maar door dit venster zie ik zowel heden als verleden ...
In één frame gevangen.

't Leuke ventje stapt eindelijk op zijn fietsje.
Het andere jongetje.. ik mìs 'em! Want dat jongetje,

  hij is mijn grote held ...