" Gelukkig zij, die geen goedkeuring nodig hebben. Zij kunnen zijn wie ze in Mìj zijn.
Gelukkig zij, die aan weinig voldoende hebben, want zij zijn tevreden.
Gelukkig zijn zij, die hun onechte ik vaarwel hebben gezegd, want zij zijn Vrij.
Gelukkig hen die depressief durven zijn. Ze zullen blijvend getroost worden in Abba's armen.
Gelukkig hen die hun egoïstische ambities afleggen. Zij zullen dicht bij Gods Vaderhart leven.
Welzalig de man die al zijn verdriet en pijn-lijden aan Abba kan geven, want hij wordt geëerd.
Gelukkig zijn zij en degenen om hen heen, die afgerekend hebben met hun farizese geest:
Zij zijn bevrijdt van dode religie en de drang om anderen hun wet voor te schrijven.
Gelukkig die geven & vèrgeven, want zìj kunnen liefhebben.
Gelukkig zijn zij, die struikelend achter Mij aan slenteren,
zij zullen wonen in Mijn Vaders huis."
-|-| a n s